Elke week schrijft Dorien over de kleine dingen van het leven, uit haar leven: dat van een kleine ondernemer die op nuchtere, lichtjes eigengereide wijze haar weg bewandelt. Een weg die haar past als een op maat gemaakte handschoen.

Ik hoorde de afgelopen week heel wat mensen ‘het is wat het is’ zeggen. Schouderophalend, met nauwelijks verborgen gelatenheid. Ik hoorde vaak ‘Tja, we moeten er door, zeker?’. Het plaatje klopte: de eentonig grijze januarilucht zou zelfs de beste decorbouwer er niet beter bij ontworpen hebben.

‘Het zal nu wel gaan beteren’, dat zegt niemand meer, sinds de deltavariant. De eerste en tweede golf lieten nog ruimte voor perspectief, plannen en goede moed. Vandaag zakken veel hoofden dieper tussen de schouderbladen, en staren veel blikken moedeloos naar de stoepstenen.

Deze week hoorde ik nog een ondernemer die me een uitnodiging stuurde voor de eerste steenlegging van een bedrijfsuitbreiding: een nieuw magazijn, de belichaming van toekomstplannen en groei. Ik was verrukt in zijn plaats, dat zijn ondernemerszin niet leed onder de malaise, en dat er binnen zijn bedrijf überhaupt iets te vieren was. Iets om naar uit te kijken ook. Toen we elkaar later aan de telefoon spraken, bleek nochtans ook zijn moraal geraakt door de grijze gelatenheid. “We moeten, maar waar gaat het naartoe? Wanneer kunnen we weer normaal werken? En hoe blijven we overeind, onder de druk van verantwoordelijkheden, in een compleet onvoorspelbare situatie.” “Wel Stijn, moed houden! Je doet dit super”, zei ik hem. Maar ik voelde hetzelfde.

Ik hoorde mijn hoofd ruisen toen er twee streepjes kleurden, na het wissen van mijn zoontjes neus. Niet gewoon bijwerkingen dus van het vaccin, nochtans het ticket naar vrijheid dat een reclamespot hem voorbarig beloofde. Ik voelde mijn hoofd even tollen, toen ik voor de zoveelste week op rij moest schuiven en schrappen in mijn agenda. Ik belde mijn lieve huishoudhulp af, de hoeksteen van ons gezin, op de laatste werkdag voor haar maandenlange moederschapsrust. Ik hoopte op lange middagdutjes van ons kleutertje, op helpende handen van familieleden.

Maar eerst zette ik een kop thee, en creëerde ik even een kunstmatig eiland van rust. Ik installeerde me er in een imaginaire strandstoel met mijn tenen in lauwwarm zand. Het geruis van mijn hoofd veranderde in het geruis van de zee, en de opstijgende warmte van mijn theetje voelde plots als die heerlijke, onmisbare zon op mijn gezicht. Dat momentje, awel, dat deed me deugd!

Onder deze niet aflatende oceaan van grijs wordt dezer dagen ieders veerkracht opgerekt. Alles blijft wel quasi draaien, en collega’s vangen elkaars werk even mee op. Maar de onvoorspelbaarheid van je agenda, het bange hart bij een mail van de school, een hoestende man voor je aan de kassa, de vrees om niet het juiste te doen in een warboel van regels: het vergt veel. Onze overlevingsmodus draait te vaak op reserve-energie. De batterijen raken leeg, en de zonnepanelen krijgen weinig kans om zichzelf te bewijzen.

Maar thee, dat blijft er genoeg. En als er thee is, is er warmte. Probeer het ook, je fantasie wijst je misschien wel de weg naar een rustig plekje ergens in je hoofd, een kamertje waar je even kan onderduiken. Een gestolen momentje, zij het in een ’thee-warm’ zonnetje, kan je net weer adem geven om er nog even tegenaan te gaan. Nog een paar weken, zou het dan echt waar kunnen zijn?

Leave a comment

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.