Geduld Ons Fien had haar eigen ritme. Meestal traag en gestaag. Schuifelend op pantoffels door het huis, of leunend op haar hark voor de runderstal. Haar hoofd was altijd verder weg dan haar lichaam. Ze wroette in herinneringen die haar soms luidop deden schateren of soms boos maakten. Of waren het fantasietjes of losse eindjes die ze als parels…