Elke week schrijft Dorien over de kleine dingen van het leven, uit haar leven: dat van een kleine ondernemer die op nuchtere, lichtjes eigengereide wijze haar weg bewandelt. Een weg die haar past als een op maat gemaakte handschoen.

Mijn jeugdhelden… De eersten kwamen op zondagochtend op tv: Gertje en zijn pratende hond. Het was een nieuwe regelmaat op zondagochtend. Vanaf toen vroeg mijn mama me vruchteloos of ik mee naar de mis ging voor mijn wekelijkse portie gebed. De kerk was ik ontgroeid, maar enkele jaren later werden de grappige versprekingen flauw, en geloofde ik al lang niet meer dat Marlèneke ooit zou aankloppen (want de bel doet het niet).

Mijn man ontdekte pas de heruitzendingen van TOTZ op VTM Gold. TOTZ, weet je wel, het legendarische muziekprogramma met Vlaamse artiesten. De afkorting is bijzonder knullig, en toch werd het gewoonweg een logo op cd’s, beach tenten en cassettes.

En we keken naar de uitzendingen van lang geleden en nog langer geleden. We zagen artiesten passeren waar op internet geen spoor meer van te vinden is. Wat een geluk, zeiden we tegen elkaar, want pestkoppen zouden hun kinderen weleens kunnen viseren. De Vlaamse zangers-uit-de-kermistent maakten na verloop van tijd regelmatig plaats voor internationale kleppers.

En toen zag ik ze drie weken geleden, voor het eerst op een flatscreen: The Backstreet Boys, met hun baggy broeken, witte hemdjes en indringende blik naar de camera. Ze zaten ver, in een achterkamertje in mijn hoofd. Van onder het stof kwamen de namen van Nick, Bryan, TJ en de anderen terug, als een ster aan de nachtelijke hemel die van een amper zichtbaar puntje stilaan een gloeiende vuurbol wordt. Ik hoorde het amper toen mijn man iets zei van ‘aanstellers, onnozelaars’. Ik was plots weer 12 en had net op woensdagmiddag mijn zakgeld gespendeerd aan de nieuwste Joepie.

Toen ik 14 was, waren The Backstreet Boys een no-go geworden, en kwamen The Smashing Pumpkins in de plaats, en Nirvana. En De Mens. Oh ja, De Mens, met de rollende huig-r van Frank die als de flirtende staart van een kat langs je benen wrijft. Met de teksten die nikszeggend lijken, maar die je meenemen in een lichtjes absurde, poëtische wereld. En de bas, en de drums. Bam, ja, dat was mijn muziek!

En later volgden er andere idolen, meer invloeden, een ruimere wereld. Het was niet alleen muziek meer dat me voedde, maar ook reizen, uitgaan, boeken, … Het was altijd opnieuw vervellen in mijn jeugd. De huid die te klein was geworden, legde je weer af en je ging verder met je nieuwe jasje om je schouders geslagen. Om weer te ontdekken, weer te groeien. En weer te vervellen.

Intussen geeft mijn schoonheidsspecialiste me discreet een flesje retinol-serum mee, met een geruststellende knipoog, en weet ik dat het vervellen achter me ligt. Intussen zijn er drie kinderen die we leren om zich te inspireren, verruimen en te groeien in het leven.

En toen herontdekte ik De Mens. De cd lag samen met mijn Biactol, eerste liefdesbriefjes en kleurrijke bloezen onder in een donkere kast. Bij ‘Play’ voelde ik het al, voelde ik het wéér. En maandag (Maandag!) was er de Radio 1-sessie van De Mens in de Marconi-studio van de VRT. Ik heb gedanst als een zestienjarige. Ik heb meegezongen als een groepie. Ik was zo blij, zo vrij die avond als toen, ruim twintig jaar geleden. En de muzikanten die al 30 jaar deze band vormden, wel, ik wed dat zij hetzelfde voelden!

Leave a comment

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.